Rolenspel

Leerling 1:
Ik heet Jan Vermaelen en ik ben de burgemeester van Brussel. Ik vind dat Wal-Markt heeft veel voordelen voor mijn stad. Dit groot supermarket. De eerste voordel is dat de werkloosheid daardoor zou dalen omdat Wal-Markt enorm veel personeel vraagt. Dergelijke winkels is positief voor de welvaart van mijn stad. Ik wil het beste voor mijn bewoners en ik ben bereid om naar hen te luisteren om samen een oplossing te vinden.

Leerling 2:
Ik heet Caroline Depauw en ik ben de vertegenwoordiger van Wal-Mart. Ik heb Madrid en London al kunnen overtuigen van de voordelen van zo'n supermarket. Er zijn problemen enkel in Brussel. Ik wil koste wat het kost Wal-Mart uitbreiden. Voor mij, deze supermarket enkel maar voordelen op. Ik wil niet toegeven. Ik zal deze supermarkt in Brussel slagen openen.

Leerling 3:
Ik heet Jan Verheyen en ik ben de directeur van de grootste Belgische bouwonderneming. Ik heb een akkoord met Wal-Markt voor het bouwen van de supermarkt. Ik zorg voor de bouwgrond en de bouwvergunning. Naast een autosnelweg liggen aren velden en een bos waar je de supermarket zou kunnen bouwen. Het enige probleem is dat dit allemaal eigendom is van een boer. Ik moet die boer dus ervan overtuigen zijn landgoed te verkopen. Ik ben voor de Wal-Markt omdat het bouwen van deze supermarket me veel geld zal opbrengen.

Leerling4:
Ik heet Mia Van Wijnsberge en ik ben de vertegenwoordiger van Greenpeace. Ik vindt dat de bouwplannen van Wal-Markt in een natuurgebied schandalig is. Ik ben totaal tegen het bouwen van deze supermarket. Ik verdedigt het milieu en ik wil niet dat deze nog eens het slachtoffer wordt van het kapitalisme.
Leerling 5:
Ik heet Patrick Stevens, de vertegenwoordiger van middenstand. Ik ga totaal niet akkoord met het bouwen van deze supermarket. Ik heb gehoord over negatieve gevolgen van het openen van een Wal-Markt. Ik wil niet mijn job verliezen. Wal-Markt zal veel kwalijke gevolgen hebben voor de kleine winkels. Ik vind