Situation d'examen oral
Tweede eenheid : « Persoonlijke trekken, familie, vrienden ».
Ex. de situation : tu écris à ton ami ou ton amie et tu lui expliques ce qu’est pour toi un(e) ami(e), ce que tu ressens quand tu es amoureux, ce qu’il faut faire et ce qu’il ne faut pas faire quand ton amoureux te quitte et ce que tu penses du sex.
« Halo Lara,
Wil je weten wat voor mijn een echte vriend of vriendin is ? Nou, voor mij, is een echte vriend iemand die je kan vertrouwen, van wie je iets kan verwachten, met wie je over alles kan praten. Je kan ook ruzie krijgen met die vriend, maar als het een echte vriend is, dan zal het snel over zijn.
Als ik verlieft ben, dan heb ik vlinders in de buik, mijn eetlust vermindred, ik denk alleenmaar aan de jongen.
Wat je zeker moet doen als je lief het uit heeft gemaakt, je moet er over praten met je ouders, of met vrienden. Je krijgt zeker heel veel verdriet, dat is normaal, maar je moet je zeker niet vastklampen aan de jongen, andres krijg je nog meer verdriet.
Over sex, dat vind ik geen spelletje. De gevoelens moeten erbij zijn. »
Derde eenheid : « Wonen ».
« Na mijn secundaire studies wil ik verder studeren. Ik neem dan ook een studentenjob om op een kot te gaan wonen. Ik wil niet ver van huis wonen, maar ik wil wel alleen wonen. Ik zal dan mischien in een restaurant werken als student.
Het voordeel van op een kot logeren is dat je leert onafhankelijk te zijn, wat je niet was toen je thuis wonden. Maar je moet allés betalen van boodschappen, elektriciteit,… Dat moest je niet doen thuis. »
Vierde eenheid : « Dagelijks leven. »
« Ik krijg 25 euro per maand van mijn ouders, en daarmee betaal ik eten voor school, soms kleren. Maar anders betalen mijn ouders alles voor mij, ik moet nooit zelf schoenen of at dan ook betalen. Ik ben spaarzaam, ik doe al mijn geld op een rekening. »
Vijfde eenheid : « Gezondheid. »
Ton amie pense qu’elle est dépressive et te demande quels sont les symptômes d’une